Humor 2
In de ziekenhuizen wordt gebruik gemaakt van vakjargon. Voor artsen en verpleegkundigen is het hun werk om in begrijpbare taal aan de patiënten uit te leggen wat de bevindingen zij en hoe de behandeling zal zijn.
Patiënten zelf worden vaak overvallen door een hoeveelheid van nieuwe begrippen in een voor hen onbekend land waar ze geen toerist zijn. Ziekenhuisland. Verwarring ontstaat er, doorbij minder bekende begrippen gemixt wordt met klanken die meer alledaags zijn. Daardoor ontstaan er hilarische uitspraken.
Een voorbeeldje.
Patiënt vraagt: “Hoe laat moet ik naar de saté- scan?” Daarmee werd de CT- scan bedoeld. Of wanneer komt de Annanassist? “Waar is de runderafdeling?
En dan zijn er patiënten die zich bij de balie melden met de woorden: “Daar ben ik weer, 10 jaar geleden was ik hier ook!”
Het beschrijven van hun eigen medische voorgeschiedenis is doorspekt van creativiteit. Een dame van middelbare leeftijd vertelde dat bij haar “de boel” was weggehaald.
“Het hele kippenhok hebben ze eruit gehaald.”
“Ik ben ooit geopereerd aan starende ogen.”
“Ze is geopereerd aan haar onderwereld.”
“Er is een catechisatie bij met gedaan. Ik bedoel een katheterisatie.”
“Ik heb een spataderelijke bloeding gehad.”
“Toen ben ik politiek bevallen.”
“Ik heb geleden aan een trombone been.”
“Ik ben bekend bij de frambosedienst.”
“Mijn man loopt ook bij de generator.”
“Ik draag sinds een jaar elektrische kousen.”
“Na de operatie moest ik naar de centrificare afdeling.”
“Ooit had ik last van mijn Achilles pens.”
“Na het overlijden hebben ze reductie gedaan bij mijn vrouw”.
“Mijn zwanenhalsje lekt.”
“Wanneer moet ik naar de euathanasie afdeling?” (anesthesieafdeling)
“Is de afspraak gemaakt voor de cardio facilitaire afdeling?”
“Ik loop bij de spiegiejater.”
“De oorzaak was toen spiegies.”
“Ga ik naar de operatie naar de Vancouver?”
Het verwisselen van een patiënt is één van de grootste angsten bij ziekenhuispersoneel. Onderling wordt dan gegrapt dat een meneer zwanger is. Dan staat er namelijk een verkeerde naam op het menselijk materiaal dat onderzocht moet worden. Tijdens een identiteitcontrole vraag werd gevraagd of mevrouw er één van een tweeling was. Haar antwoord was, nee hoor, dat is mijn zus!
Of ze vragen op een geheel eigen wijze naar de afdeling waar ze naar toe moeten.
“Hoe kom ik op de vampier afdeling?” hiermee werd het priklaboratorium bedoeld.
Of: “Waar wordt de foto van de ribbenkast gemaakt?”
Zelf ook mooie woordspelingen mee gemaakt? Vermeld die dan in het comment veld.
Dinand Reiling www.uitzendbureaudinand.nl / contact