ABC- methodiek 5; vraag en antwoord, Ruggenmerg en Ruggenwervel trauma

Bij het opstarten van de hulpverlening bij het slachtoffer en, nadat het stabiliseren van levensbedreigende aandoeningen heeft plaatsgevonden, is een verdere adequate benadering ook erg essentieel. Dit eerste gedeelte wordt de primary survey genoemd. Zodra de A, de B en de C gezekerd zijn, kan men verder met deel 2.

Kwaliteit van leven na een ernstig (non) trauma is uiteraard waardevol. De benadering in de zogenoemde secondary survey wordt ook zeer systematisch uitgevoerd. Dit om geen enkele verwonding en geen enkel letsel te missen. En -uiteraard- de situatie van het slachtoffer niet te verergeren.

,

Vraag 1:Wat zijn de twee onderdelen van het autonomisch zenuw stelsel? Antwoord 1: Het parasympathische en het sympathische zenuwstelsel

Vraag 2: Beschrijf de algehele lichamelijke reactie op stimulatie van het sympathische zenuw stelsel Antwoord 2: A. Toename van de hartfrequentie en krachtiger hart acties .B. Toenamen van de ademfrequentie. C. Perifere vasoconstrictie en verplaatsing van bloed naar de kern circulatie .D. Vrijkomen van bijnierhormonen zoals catecholamines zoals noradrenaline en adrenaline. E. Activeren van transpiratie klieren.

Vraag 3: Welke type verwondingen zullen consequent gezien kunnen worden bij ruggenmerg trauma en of ruggenwerveltrauma? Antwoord 3 :Inwendige hoofdverwondingen, lange pijpbeen verwondingen, Thorax letsels en buikverwondingen.

Vraag 4: Verklaar het meest voorkomende doodsoorzaak bij een letsel van het ruggenmerg boven de C4 wervel. (C4 = de vierde cervicale wervel, van bovenaf geteld. De eerste is de Atlas en de tweede is de draaier. In totaal zijn er 7 cervicale wervels) Antwoord 4: Ademhalingsstilstand tengevolge van de uitval van het diafragma zenuw en door verlamming van het diafragma.

Vraag 5: Waarom kan beschadiging van het ruggenmerg in het gebied van T2 tot T8 levensbedreigend zijn? Antwoord 5: Dit resulteert in een verlies aan functioneren van de intercostaal spieren en de verstoring van het ventilatie mechanisme.  (De T staat voor Thoracale wervel. Dat is het het gedeelte dat aan de achterkant van de borstkast zit. De cijfers geven het niveau aan. Er zijn twaalf thoracale wervels)

Vraag 6: Benoem de verschijnselen en symptomen van een neurogene shock, Antwoord 6: A. Tijdelijk verlies van motorische en sensorische en reflexen onder het gebied van de laesie. B. Slappe parese. C. Geen of afwijkende reflexen van zowel de diepe pezen als de oppervlakkigen en huid prikkeling. D. Niet functioneren van darmen en blaas .D. Hoelang dit duurt is variabel (van uren tot maanden).

Vraag 7: Benoem de 4 klinische verschijnselen van neurogene shock Antwoord 7: A. Hypotensie. B. Orthostatische hypotensie. C. Bradycard D. Verlies van het vermogen om te zweten onder het niveau van het letsel

Vraag 8: Verklaar de pathologische veranderingen behorende bij neurogene shock. Antwoord 8: Neurogene shock, is een vorm van distributieve shock, komt voor bij ruggenmerg aandoeningen op het niveau van T6 of daarboven. Stoornis van het afdalende deel van het sympathische zenuwstelsel, resulteert in een verlies van vasomotorische geleiding en het sympathische voorziening van het hart. De patiënt ontwikkeld vasodilatatie, een foute distributie van bloed en een vertragende hartactie.

Vraag 9: Waarom is het temperatuursregulatie systeem ineffectief bij een mogelijke verpleegkundige diagnose bij een patiënt met ruggenmerg en of een                                               ruggenwervel kolom verwondingen. Antwoord 9: De patiënt heeft moeite met het behoud van de lichaamstemperatuur door het verlies van de controle functie van de hypothalamus.

Vraag 10: Waarom dient er terughoudend te worden uitgezogen bij een patiënt met ruggenmerg en of ruggenwervel kolom letsel? Antwoord 10: Drastisch uitzuigen kan prikkeling geven van de nervus vagus en dit kan leiden tot bradycardie in combinatie met het verminderde functioneren van het sympatishe zenuwstelsel.

Vraag 11: Wat is het eerst voordeel van het toedienen van een hoge dosering steroïden (methylprednison). Antwoord 11: Verminderen van ruggenmerg oedeem, ischemie en de preventie van celdoding.

Het volgende blog gaat over spierskelettrauma. Mocht je zelf nog een vraag of antwoord hebben, laat deze dan achter in het commentaar veld.

Dinand Reiling  www.uitzendbureaudinand.nl / contact

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.